Toen hij zeven jaar oud was, ging Boet, die eigenlijk Jan heet, al samen met zijn broer op pad om te jutten. Op de fiets van hun vader struinden ze de zeereep af waar toen nog van alles was te vinden. Hout, lampen, flessen wijn, kanonskogels: je kon het zo gek niet bedenken. Van zijn eerste partij hout maakte Boet een knijperbak voor zijn zus.
Achter ieder voorwerp zit een verhaal. Zo verstopte hij samen met zijn broer eens een lading lange planken in de duinen om ze later op te halen. "Dan kwam een paar dagen later de politie wel polshoogte nemen en moesten we het hout eigenlijk inleveren bij de gemeente. De agent had de planken geteld, maar niet opgemeten. Dus zaagden wij ze gewoon in tweeën."
Hollywood
"Dit is de beroemde Hollywood". Boet wijst op een pakje sigaretten. Op een nacht spoelden er bij Groote Keeten twee containers vol pakjes sigaretten aan. Toen Boet en zijn broer er lucht van kregen, kwamen er al mensen met armen vol van het strand af. "Maar die pakjes waren allemaal nat, Wij zijn terug gegaan naar huis om vuilniszakken te halen en haalden de droge pakjes uit de containers. Ik verkocht ze voor een gulden per pakje. Dan kwam ik thuis uit mijn werk en stonden de klanten al voor de deur."
Veel van zijn vondsten zijn nu te zien in het Strandvondstenmuseum in Castricum. Daar is ter gelegenheid van Boet's 70-jarig jubileum als strandjutter een tentoonstelling over hem ingericht. Waaronder zijn oude fiets en de vele scheepslampen die hij in de loop der jaren verzamelde.
Mammoetbot
De romantiek van het jutten is er wel af, vindt Boet. De schepen gooien niets meer overboord en tegenwoordig zit alles in zeecontainers. Toch kan hij het nog steeds niet laten. Want als de wind uit het noordwesten komt, weet je het nooit. Zo vond hij laatst nog een onderdeel van een Engelse bommenwerper uit de Tweede Wereldoorlog. "Door de zandsuppleties kunnen er dingen boven water komen die al eeuwen in zee verborgen liggen. Zoals een bot van een mammoet. Wat zou ik dat graag willen vinden."