BERGEN AAN ZEE - Het college van de gemeente Bergen tekent bezwaar aan tegen het instemmingsbesluit van de staatssecretaris Mijnbouw van Economische Zaken en Klimaat dat op 1 juni 2022 is gepubliceerd.
In de publicatie geeft de staatssecretaris aan in te stemmen met het gaswinningsplan Bergen II. Hij komt tot deze instemming nadat hij alle ingebrachte adviezen heeft beoordeeld. De winningsvergunning is aangevraagd door TAQA Onshore B.V en betreft het maximaal te produceren volume van de gaswinning (302 miljoen Nm3).
Onvoldoende rekening gehouden met advies
Het college heeft op 14 december 2021 een advies uitgebracht aan het Ministerie en is van mening dat hiermee onvoldoende rekening is gehouden. Er is geen sprake van een gestage afbouw van gaswinning uit kleine gasvelden zoals dat eerder door de minister is aangegeven.
Risico’s kunnen niet worden uitgesloten
Het college stelt ook in het bezwaar dat risico’s op aardbevingen niet kunnen worden uitgesloten. “Bij het grotendeels wegvallen van druk (als een voorkomen leeg is geproduceerd) kan er een sterkere daling optreden. Helemaal met versneld leegpompen kan de kans op bodemdaling toenemen; onze zorg is niet volledig weggenomen door de uitgebrachte adviezen en uitgevoerde onderzoeken.”
“Dit knelt ook omdat hogere magnitudes niet uit te sluiten zijn. Dit in combinatie met de winning in dit eindstadium -immers de velden zijn nagenoeg leeg geproduceerd- kan voor onze bevolking zeer nadelige en vergaande gevolgen hebben”, aldus Lars Voskuil, burgemeester van Bergen. “Feit is dat de gaswinning in Groningen diepe sporen heeft achtergelaten in de maatschappij. Leefbaarheid en veiligheid zijn daar, maar ook bij ons, in het geding.”
Minder noodzaak
Tenslotte is het college van mening dat er minder noodzaak is vanwege de huidige energietransitie en het gebruik van alternatieve energiebronnen. “Wij zijn van mening dat er een verkeerd signaal wordt afgegeven naar de maatschappij als de overheid enerzijds met grote inspanning duurzaamheidsmaatregelen doorvoert, de bewoners en bedrijven “dwingt” om over te stappen op duurzame alternatieven en anderzijds meewerkt aan het vergroten en in standhouden van gas(gebruik). De overheid dient consistent beleid te voeren.