NOORD-HOLLAND - De provincie Noord-Holland heeft onderzoek laten uitvoeren naar verschillende technieken om mest te bewerken en hoe voedingsstoffen (nutriënten) voor de agrarische sector behouden en gebruikt kunnen worden.


De resultaten van dit onderzoek geven boeren een goed beeld van de mogelijkheden in hun regio’s. Het toepassen van deze maatregelen helpt in de transitie naar een kringlooplandbouw in Noord-Holland.

Gedeputeerde Jelle Beemsterboer “Deze waardevolle onderzoeken laten zien hoe verschillende technieken kunnen bijdragen aan het oplossen van het klimaat en stikstofvraagstuk. Door innovaties als de monomestvergister of stikstofstripper toe te passen hoeft er minder aardgas gebruikt te worden voor het maken van kunstmest en wordt er duurzaam groen gas en elektriciteit opgewekt. Ook dalen ammoniak en broeikasgasemmissies uit mest met respectievelijk 24% en 79%. Deze onderzoeken bieden niet alleen kansen voor Noord-Holland, maar ook voor de rest van het land.”

Belangrijkste uitkomsten

Hieronder staan de 5 belangrijkste resultaten uit de onderzoeken:

1. Meest kansrijke maatregelen

Noord-Holland heeft een relatief extensieve veehouderij. Hierbij worden kleine groepen dieren gevoed op grote oppervlaktes land en staan de koeien veel in de wei. De provincie heeft daarnaast een intensieve akkerbouwsector, waarbij de grond zoveel mogelijk wordt benut. De techniek om drijfmest (een mix van dierlijke vaste en vloeibare mest) te bewerken biedt kansen om oplossingen te vinden voor vraagstukken op het gebied van mest, stikstof, klimaat en water.

In Noord-Holland zijn de meest kansrijke maatregelen voor mestbewerking (centraal) composteren en mono-vergisting met stikstofstrippen. Dit zijn stappen om drijfmest te verwerken tot groen gas en emmissiearme bemestingsproducten en bodemverbeteraars.

2. Vraag en aanbod in evenwicht brengen

Er is op dit moment een tekort aan voedingsstoffen in de agrarische sector in Noord-Holland. Dit heeft te maken met de huidige teelten en landbouwpraktijken: er worden veel gewassen geteeld die veel voedingsstoffen vragen. Tegelijkertijd wordt verwacht dat veel Noord-Hollandse melkveebedrijven door de afbouw van de derogatie te veel dierlijke mest hebben die niet kan worden ingezet. Door gebiedsgerichte samenwerking tussen bedrijven en de bewerking van drijfmest kunnen tekorten en overschotten meer in evenwicht worden gebracht. Hierdoor wordt dierlijke mest zoveel mogelijk benut en is er minder aardgas nodig voor de productie van kunstmest.

Het onderzoek laat verschillende types van gebiedsgerichte samenwerkingsverbanden zien tussen rundveehouders en de akkerbouw. Dit biedt ook kansen voor nieuwe verdienmodellen en een nog duurzamere voedselproductie.

3. Zelfvoorzienend op gebied van fosfaat

Uit het onderzoek blijkt dat er in Noord-Holland goede kansen zijn om nutriëntenkringlopen beter te sluiten. Er zijn namelijk verschillende nutriëntenbronnen die beter benut kunnen worden, waardoor de afhankelijkheid van kunstmestaanvoer zou kunnen worden verminderd. Nutriënten terugwinnen uit riool water zuivering installaties (RWZI’s), groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en bermgras komen hiervoor het meest in aanmerking. Uiteindelijk zou Noord-Holland zelfvoorzienend kunnen worden op het gebied van fosfaat.

4. Belang van managementmaatregelen

Om het stikstofoverschot en de ammoniakemissies van melkveehouderijen te verminderen, kunnen verschillende maatregelen worden genomen. De meest kosteneffectieve en snel uitvoerbare aanpak is het toepassen van managementmaatregelen, zoals het verlagen van het stikstofgehalte in het voer en het stimuleren van weidegang.

Voor de maatregelen geldt dat mestbewerking enkel gericht is op de mest die standaard in de kelder onder de stal zit. De provincie Noord-Holland wil namelijk dat koeien zo veel mogelijk in de wei staan. In Noord-Holland is al de meeste weidegang van het land, waardoor er relatief weinig mest in de kelder zit. Daarom zijn er in Noord-Holland met name kansen voor clusters waar de mest van meerdere boeren samen wordt bewerkt.

Lees hier de onderzoeken die zijn uitgevoerd door Wageningen Plant Research en Wageningen Lifestock research: